Begin met het bereiden van je kippenbouillon. Was de wortels en selderijstengels. Pel de uien. Hak alle groenten grof.

Doe de kip (in stukken gesneden) en de gehakte groenten in een grote pan. Bedek ze volledig met water.

Breng royaal op smaak met zout en peper. Breng het mengsel aan de kook, zet dan het vuur laag en laat het ongeveer 1 uur sudderen. Dit langzame sudderen zal alle heerlijke smaken extraheren en de vloeistof verminderen.

Zodra de bouillon heeft gesudderd, haal je voorzichtig de kip en groenten uit de pan. Gooi de gaar gekookte groenten weg.

Zeef de kippenbouillon door een fijne zeef in een andere schone pan of kom. Dit zorgt ervoor dat je bouillon helder is en vrij van vaste deeltjes. Zet de heldere bouillon apart.

Zodra de gekookte kip voldoende is afgekoeld om aan te raken, haal je het vlees van de botten en versnipper je het in kleine stukjes. Zet de gesnipperde kip apart voor later.

Meng in een grote kom de droge ingrediënten voor de pannenkoeken: bloem en een snufje zout.

Klop in een aparte kom de natte ingrediënten door elkaar: eieren, melk en olijfolie.

Voeg geleidelijk de natte ingrediënten toe aan de droge ingrediënten, voortdurend kloppend om een glad beslag zonder klontjes te creëren.

Verhit een koekenpan met antiaanbaklaag op middelhoog vuur. Giet een pollepel beslag in de pan en kantel om het gelijkmatig tot een dunne cirkel te verspreiden. Bak 1-2 minuten per kant tot goudbruin.

Herhaal dit met het resterende beslag totdat alle pannenkoeken gaar zijn. Eenmaal licht afgekoeld, rol je elke pannenkoek strak op en snijd je ze vervolgens in dunne cirkels, lijkend op spaghettislierten.

Verwarm de bewaarde kippenbouillon zachtjes in een pan tot deze warm is.

Voeg de gesneden pannenkoekreepjes en de gesnipperde kip toe aan de warme bouillon. Laat het een paar minuten doorwarmen.

Schep de pannenkoekensoep in kommen. Garneer met verse, gehakte peterselie voor het serveren.