Kook eerst je sushirijst volgens de instructies op de verpakking. Een veelvoorkomende verhouding is één deel rijst op twee delen water. Laat het na het koken iets afkoelen.

Terwijl de rijst afkoelt, bereid je de kruidenmix. Meng in een kleine kom de rijstazijn, bruine suiker en een snufje zout. Roer tot de suiker en het zout volledig zijn opgelost. Zodra de rijst iets is afgekoeld, spatel je deze kruidenmix voorzichtig door de rijst.

Breng een kleine pan water aan de kook. Laat de eieren voorzichtig in het kokende water zakken en kook ze 6-7 minuten voor een perfect zachtgekookt ei. Zodra ze klaar zijn, breng je ze onmiddellijk over naar een ijswaterbad om het kookproces te stoppen. Pel ze voorzichtig als ze koel genoeg zijn om vast te pakken.

Hak de knoflookteen fijn. Snijd voor de groenten de komkommer en cherrytomaten in kleine blokjes. Snijd de bosuitjes in dunne plakjes. Gebruik een dunschiller om lange, dunne reepjes van de wortels te maken.

Verhit de boter in een pan op middelhoog vuur. Voeg de gehakte knoflook toe en bak ongeveer 30 seconden tot het geurig is. Pas op dat je het niet verbrandt!

Voeg de garnalen toe aan de pan en bak ze 2-3 minuten per kant, of tot ze roze en ondoorzichtig zijn. Overlaad de pan niet; bak indien nodig in porties.

Nu komt het leuke deel: je bowls samenstellen! Verdeel de gekruide sushirijst gelijkmatig over je twee serveerkommen en vorm een basis.

Schik de gebakken garnalen, blokjes komkommer, cherrytomaten, wortelreepjes, gesneden bosuitjes en verse rucola artistiek bovenop de rijst in elke bowl.

Voeg een royale portie kant-en-klare wakame toe aan elke bowl.

Snijd elk zachtgekookt ei voorzichtig doormidden en leg het bovenop de ingrediënten in elke bowl.

Besprenkel elke bowl royaal met Sriracha saus naar smaak.

Serveer onmiddellijk met wat knapperige norivellen ernaast, perfect om hapjes van je heerlijke sushibowl in te wikkelen.