Verwarm de oven voor op 220°C boven-/onderwarmte (of volgens de instructies op de verpakking van de flammkuchenbodems). Zet een bakplaat klaar.

Was de groene asperges en verwijder de houtachtige uiteinden. Schil eventueel het onderste derde deel, afhankelijk van de dikte.

Was de witte asperges, schil ze volledig en verwijder de houtachtige uiteinden.

Snijd beide soorten asperges schuin in hapklare stukken of dunne reepjes.

Schil de rode ui en snijd deze in fijne ringen of reepjes.

Hak de uitgelekte, zongedroogde tomaten grof.

Was de gemengde kruiden, schud ze droog en hak ze fijn.

Roer crème fraîche en zure room glad in een kom. Roer de gehakte kruiden (op een klein beetje na voor de garnering) en het brandnetelzout (of zout en peper) erdoor. Proef en breng op smaak.

Leg de flammkuchenbodems op de bakplaat (eventueel met bakpapier).

Smeer de kruidencrème gelijkmatig over de bodems, laat daarbij een kleine rand vrij.

Verdeel de aspergestukken, uienringen en gehakte zongedroogde tomaten erover.

Strooi de pijnboompitten erover.

Bak de flammkuchen in de voorverwarmde oven op de middelste richel gedurende ca. 10-15 minuten, totdat de bodem knapperig en de rand goudbruin is. De exacte baktijd is afhankelijk van de oven en de flammkuchenbodems.

Haal de gebakken flammkuchen uit de oven, laat ze kort afkoelen, bestrooi ze met de overgebleven verse kruiden en serveer direct.